The Elementary Penguins
De gebruikelijke eerste stappen naar succes voor een band zijn doorgaans: optredens, single, radio. The Elementary Penguins, het Amsterdamse trio ‘met die Engelse zanger’, Dale Wathey, heeft bij toeval rigoureus gebroken met die tamelijk onwrikbare volgorde. Bij hen was het: radio, single, optredens. De volgende stap is het debuutalbum Weekend Transition op het V2 label in november 2014 en een clubtour. Dat album staat tjokvol singles, dus ze kunnen nog even voort met hun ‘indie Britrock on the Dutch airwaves’. De snelste stap van het oefenhok naar de radio zonder optreedervaring in de clubs komt op naam van The Elementary Penguins. Een EP-tje opgenomen om daarmee optredens te scoren, belandde toevallig ook op het bureau van de muzieksamenstellers bij 3FM in Hilversum. In no time kwam een uitnodiging binnen voor Serious Talent, de kweektuin van jong poptalent op de Nederlandse radio. Daarna volgden de optredens pas.
De mannen van The Elementary Penguins hebben zichzelf ook verrast dat de omkeerde weg bleek uit te pakken als de snelweg naar het beoogde doel. Het zegt natuurlijk ook iets over de band. Bijvoorbeeld: wat goed is, komt snel. De kwaliteit van hun eerst serie singles, het op een discobeat stuiterende Everybody Knows My Name Especially On The Dancefloor en de tegen de Manic Street Preachers aan leunende rocker Pitch Black, is onontkoombaar. Het met een falsetstem gezongen Magic laat de band van een onverwacht funky kant zien. Het sluit aan bij wat Broken Bells internationaal doen. Het gebodene is heel divers. ‘Maar het moet authentiek voelen, het mag niet nep zijn,’ waarschuwt Wathey. De band luistert naar veel verschillende muziek, van alle tijden, van Elvis tot Jimi, en van The National tot Tame Impala, hun absoluut favoriete band van nu.
De opvallende bandnaam komt van een regeltje uit I Am The Walrus van The Beatles: ‘Elementary penguin singing Hare Krishna.’ De albumtitel Weekend Transition slaat op het weekendgevoel na een zware, vaak saaie werkweek. ‘Ik had ooit een baantje van 9 tot 5. Maar ik wilde niets anders dan uitgaan en zat te wachten op het weekend,’ legt Wathey uit. Daar zit nog meer achter, namelijk het gevoel van de ‘Northern Soul’, een term die verwijst naar de seventies dansrage in Noord-Engeland onder de werkende klasse om hele nachten door te halen op obscure soulplaatjes. Die all-nighters bestaan nog steeds. En Wathey danst graag voorop in deze niet stuk te krijgen dance craze. Dat gebeurt nu zelfs in een shirtje van het Britse merk Fred Perry, dat zijn oog ook op deze Amsterdamse band heeft laten vallen. Dat gebeurt alleen bij aansprekende subcultuur. Weekend Transition klinkt als een klok. Verantwoordelijk daarvoor is producer Bram Kniest, in het dagelijks leven drummer bij Go Back To The Zoo. Gitarist Sjap Kooistra zat ooit in Nijmegen op school met die band. De Staat zat daar ook. Kennelijk zit er iets in het grondwater daar in Nijmegen. De rijke Britse voedingsbodem van ‘Yorkshire lad’ Dale Wathey moge bekend worden verondersteld. In een vroeger leven was hij trouwens bassist van Tiny Dancers uit Sheffield, stad van Arctic Monkeys. In die hoedanigheid heeft hij al op jaloersmakend mooie plekken gestaan, niet alleen in het voorprogramma van Bob Dylan, maar ook op Glastonbury en in de legendarische Whisky a Go-Go in LA.
Behaalde resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Daar is de band zich van bewust. Nu moet het gaan gebeuren vanuit Amsterdam, waar drummer Maurits Huijgen als enige bandlid vandaan komt. Laat dat weekend maar komen, de clubs, de festivals, alles. It’s Magic! The Elementary Penguins zijn er klaar voor.